Levenscyclus van Libellen

Libellen beginnen hun leven als piepklein eitje van nog geen millimeter. De meeste libellen leggen de eitjes in het water. Maar er zijn ook libellensoorten die hun eitjes afzetten vlak bij het water in een wilgentak bijvoorbeeld, of in de vochtige grond vlak langs het water. Al snel ontwikkeld er in het eitje een prolarve. Zodra de prolarve groot genoeg is komt hij uit het eitje, De prolarve heeft geen pootjes en zorgt er al kronkelend  voor dat hij in het water op een veilige plek terecht komt. Voor de soorten die als eitje in het water zijn gelegd is dat makkelijk. Voor de prolarves die niet in het water uit het eitje kruipen is het belangrijk dat ze zo snel mogelijk in het water terecht komen. Al snel vervelt de prolarve voor de eerste keer en verschijnt er een larve met pootjes. De periode dat een larve onderwater doorbrengt varieert per soort van enkele maanden tot 4 jaar.

Bruine glazenmaker larve - Aeshna grandis larvae
Bruine glazenmaker larve

Onder water zijn het ware rovers die zich te goed doen aan al de onderwaterdiertjes die kleiner zijn dan de libellenlarf zelf. Hun dieet bestaat uit allerlei soorten larven, waaronder de larven van muggen, larven van haften maar ook kleine kikkervisjes en de larven van juffers en libellen. Het zijn dus echte kannibalen. De libellenlarf eet zoveel als hij te pakken kan krijgen zodat hij snel kan groeien. Vanuit een hinderlaag wacht de libel tot er een prooi voorbij komt. Als de prooi dichtbij genoeg is schiet het uitschuifbare vangmasker van de larf naar voren en grijpt de prooi vast. De larve trekt het vangmasker naar de bek om de ongelukkige prooi op te eten.  Onder water vervelt de libel een aantal keer tijdens het groeien. Gedurende de tijd dat de libellenlarf onder water leeft ontwikkelen alle lichaamsdelen zich. Zelfs de vleugels zijn al compleet en kun je zien zitten op de rug van de larve in 4 kleine zakjes. Op dat moment is de larve helemaal klaar om het water uit te klimmen en de laatste fase van zijn leven in te gaan, als vliegend insect. Maar voor dat hij kan wegvliegen moet hij eerst het water verlaten.

Uitsluipen
Op een mooie dag in de lente of in de zomer, afhankelijk van de soort, klimt de libel het water uit. Dit wordt uitsluipen genoemd. Op dat moment is hij erg kwetsbaar voor aanvallen van vogels en andere libellen etende dieren.  Vaak gebeurt dit uitsluipen in de vroege ochtend. De libellenlarf zoekt een mooie plek waar hij vrij kan hangen en zet zich daar vast door met zijn poten een stengel of blad goed vast te houden. Dan valt het even stil, althans zo lijkt het. De libellen larf is namelijk aan het opdrogen. Dit is nodig zodat hij makkelijk uit zijn larvehuidje kan scheuren. Afhankelijk van de luchttemperatuur duurt het tot een half uur totdat het huidje begint te barsten. Dit gebeurt op de rug, net onder de kop van de larf. Daarna werkt de libel zich uit het huidje en pompt zich op tot een libel met 4 grote vleugels. Zodra de libel compleet opgepompt is, wacht de libel tot de vleugels gehard zijn en vliegt daarna de wijde wereld in. Het blijft fantastisch om dit mee te maken.

(Hieronder vind je een Timelapse filmpje van het uitsluipen van een Beekrombout. Dit filmpje is gemaakt van zo’n 210 foto’s, het uitsluipen duurde in werkelijkheid zo’n 1 uur en 40 minuten)

 

Imago
Zodra de libel is opgedroogd vliegt hij naar een veilige plek waar hij nog verder kan uitharden. De libel is nu in de laatste fase van zijn leven beland en ziet er prachtig uit. Er is een mooi donker patroon ontstaan op het kleurrijke lichaam van de libel. Iedere libellensoort heeft een eigen kleuren palet en een redelijk vast patroon aan zwarte vlekken en strepen. Hieraan kun je de libellensoort herkennen. Deze fase is voornamelijk bedoelt voor de voortplanting en om nieuwe gebieden te koloniseren.

Voortplanting
Na enkele dagen tot weken waarin de libel zich vol gegeten heeft is de libel geslachtsrijp en sterk genoeg om voor nageslacht te zorgen. Hij vliegt naar het voortplantingswater, en maakt van het mooiste plekje aan dit water zijn territorium waar hij zal wachten op een vrouwtje om mee voort te planten. In zijn territorium is hij de baas en hij zal zijn plekje dan ook fel verdedigen tegen indringers. Zodra hij zijn plekje gevonden heeft doet de libel niets anders dan jagen en verjagen. Jagen om voldoende energie te hebben om zijn concurrenten te kunnen verjagen. Op hetzelfde moment zoeken ook de vrouwtjes naar het mooiste plekje aan het water. Omdat het mooiste plekje bezet wordt door het sterkste mannetje wordt er zo gezorgd voor sterk nageslacht. Zodra een vrouwtje het territorium in vliegt, wordt zij door het mannetje opgemerkt. Het mannetje schiet er op af en probeert haar in de lucht te grijpen. Met zijn achterlijfsaanhangselen grijpt hij het vrouwtje in de nek. Er vormt zich een tandem. Afhankelijk van de soort wordt er direct, of na wat rondvliegen, een paringswiel gevormd. Het vrouwtje drukt haar geslachtsorgaan tegen het geslachtsorgaan van het mannetje en de vorm van een hartje ontstaat. Een paringswiel blijft, afhankelijk van de soort, een paar seconden tot een paar uur in tact. Er zijn soorten, zoals Platbuiken en de Viervlek, die blijven vliegen als paringswiel, maar de meeste libellensoorten zoeken als paringswiel een rustige plek om ervoor te zorgen dat het sperma van het mannetje wordt overgedragen naar het vrouwtje.

Ei afzet
Direct naar de overdracht van het sperma, vliegen de libellen naar het water en worden er eitjes afgezet. De eitjes worden pas tijdens het afzetten bevrucht met het overgedragen sperma.  Het afzetten van de eitjes gebeurt door het vrouwtje, vaak met begeleiding van het mannetje, maar soms ook helemaal alleen door het vrouwtje. De eitjes worden afgezet in zachte waterplanten, los in het water of zelfs buiten het water. De levenscyclus is nu compleet, de libel begint als een eitje en zorgt, aan het eind van zijn of haar leven, dat er weer veel nieuwe eitjes worden gelegd en bevrucht.